Tagarchief: Bugatti

Interclassics & Topmobiel 2015; Grand Prix deel 2

Na eerder deze week het artikel over de Formule 1 auto’s uit voornamelijk de jaren ’60 & ’70 gaan we nu iets verder terug in de tijd. Waar werd er mee geracet in de jaren ’20, ’30 en ’50? 

1925 Bugatti T35
De T35 is een auto die door veel mensen direct als een Bugatti herkend wordt, het is het type waar Bugatti echt bekend mee is geworden. Mocht je er ooit één in het echt zien is er ook nog eens een grote kans dat dit een replica is aangezien zo’n replica ook populair is onder de liefhebbers. 

De hier getoonde T35 is echter “the real deal” uit 1925. In 1926 heeft deze meegereden in de Grand Prix van San Sebastian maar hierna is er weinig bekend van de historie. In 1969 kwam de auto pas weer boven water in een schuur. In de tussentijd heeft hij diverse eigenaren gehad waarvan één in 1948 met deze auto op huwelijksreis is gegaan! In 2004 is de auto uiteindelijk in bezit gekomen van een Nederlandse eigenaar welke hem tot op vandaag nog steeds in bezit heeft. 

1928 Bugatti T37
Desondanks het type doet vermoeden dat de T37 een grotere versie is van de T35 is dit juist andersom. De Bugatti T37, de zogenaamde voiturette, is het kleine zusje van de Type 35. Dit is een vooroorlogste Formule 3 auto met een kleinere motor (4 cilinder lijn 1500 cc in de T37 in tegenstelling tot de 2 liter 8 cilinder in de T35).  

Net als de T35 en T51 waren deze racewagens te koop om door Privateers geraced te worden. Kort na de oorlog is deze auto door Dhr. Meijer naar Maastricht gehaald. Sinds 2012 is de auto in handen van de huidige eigenaar. 

1931 Bugatti T54
De Type 54 is een race auto die is uitgerust met een 4.9 liter 8 cilinder die 300 pk produceert. Van dit type zijn er slechts 9 geproduceerd, en 4 werden meteen weer gedemonteerd. De hier getoonde auto is chassisnummer 1 de fabrieksracer gemaakt voor Achille Varzi. Naast deze is er nog maar 1 ander authentiek exemplaar overgebleven. 

De tweede eigenaar was Prins Jiri Lobkowicz uit Czechoslowakije maar de auto was hem niet goed gezind. Tijdens zijn eerste race, de Grand Prix van Duitsland op de Avus baan in Berlijn, verongelukte de Prins. Hij werd maar 26 jaar. 

1933 Alfa Romeo 8C 2300 Monza
Tussen 1931 en 1934 werd de 8C 2300 motor gemaakt ter vervanging van de succesvolle 6C 1750. Deze motor had  cilinders in lijn en een cilinderinhoud van 2336 cc. De motor werd zowel gebruikt in een spider met korte wielbasis, de Torpedo met lange wielbasis als een speciale eenzitter gebouwd voor Grand Prix races.

Een maximaal vermogen van 180 pk werd uit deze 8-cilinder gehaald, prestaties die van deze wagen de eest succesvolle racewagen uit zijn tijd maakte. De Alfa Romeo 8C 2300 won onder andere de Mille Miglia, viermaal de 24 uur van Le Mans en de 24 uur van Spa Franchorchamps.

Met de raceversie van de 8C 2300 Spider bestuurd door Tazio Nuvolari won de auto in 1931 en 1932 de Targa Florio in Sicilië, de overwinning van de Italian Grand Prix in Monza in 1931 gaf de naam “Monza” aan de tweezitter GP-auto. De Alfa Romeo fabriek voegde vaak de naam van de gewonnen evenementen toe aan de naam van de auto. 

1934 Auto Union Type A/35 (Replica)
Misschien wel één van de meest herkenbare raceauto uit het verleden is de Auto Union Type A/35. Deze revolutionaire Grand Prix auto was uitgerust met een middenmotor en werd voor het eerst in 1934 ingezet op Avus. 

Hans Stuck nam in de eerste zeer natte ronde de leiding en aan het einde van deze eerste ronde had Hans al één minuut voorsprong opgebouwd. Ondanks deze geweldige start werd de eindstreep niet behaald door koppelingsproblemen. In 1934 was de A/35 actief in 9 Grands Prix. 

Door race ongevallen en de oorlogsperiode heeft geen enkele Auto Union de tand des tijds doorstaan. Met toestemming van Audi Tradition is de auto nagebouwd met enkele voorwaarden. De auto mocht enkel gebouwd worden door C&G en moest beschikbaar zijn voor Audi Tradition voor speciale tentoonstellingen en demonstraties. 

1950 Talbot Lago T26 C
De Talbot Lago T26 C reed de formule 1 in het jaar 1950 en 1951 waarin het diverse podiumplaatsen behaalde en was in handen van diverse teams en constructeurs. Chassis en versnellingsbak waren afgeleid van de fabrieks raceauto’s uit 1930 en waren vergelijkbaar met die van vooroorlogse weg auto’s. 

Yves-Giraud-Cabantous, Eugene Martin, Louis Rosier, Philippe Étanceling en Raymond Sommer waren allen coureurs die in 1950 voor de fabriek gereden hebben. In het begin van het seizoen scoorde ze punten tijdens de GP van Silverstone. Vervolgens waren er geen goede resultaten tijdens de GP van Monaco. De Zwitserse Grand Prix van Bremgarten was een dieptepunt met een behoorlijk ongeluk voor Eugene Martin die zijn Formule 1 loopbaan vervolgens moest beëindigen. 

1950 Ferrari 340 F1
Deze experimentele Ferrari debuteerde op 30 juli 1950 in een niet voor het WK meetellende race in Geneve, de Grand Prix des Nations. Ferrari moest in die tijd alles uit de kast halen om in de buurt te komen van de dominante Alfa’s. 

In Geneve lukte dat nog niet. Alhoewel de tweede startplaats veelbelovend was kwam de 340 F1 na iets meer dan 2 uur racen met 6 ronden achterstand binnen. Enzo Ferrari begreep dat de 340 F1 niet voldeed en fabriceerde de 375 F1 die in 1950 al op Monza voor het eerst aan de start verscheen. 

Gezien de snelle overstap naar de 375 F1 waren de dagen van de 340 F1 al snel geteld. Na de race van Geneve is de auto nog slechts één keer ingezet. 

1951 Cooper Mk V
Kort na de oorlog waren de materialen schaars en werden racers gebouwd uit wat men beschikbaar had. Body’s uit brandstoftanks van vliegtuigen en motorfietsmotoren zoals JAP en Norton, met de bijbehorende versnellingsbakken. Dat waren de raceauto’s van vlak na de oorlog.  

Aanvankelijk 500cc een cilinder en later ook de 1000cc JAP twee cilinders. Doordat kettingaandrijving nodig was werd de motor achterin geplaatst. Dit bleek zo’n succesvolle opzet dat vanaf midden jaren ’50 alle auto’s zo werden uitgerust tot op de dag van vandaag. 

1952 Connaught A-Type
In 1952 en 1953 werden de Grand Prix gereden door auto’s met 2-liter motoren. Deze Connaught heeft een twee liter 4 cilinder van eigen merk met een pre selector, 4 versnellingsbak.

De hier getoonde auto met chassisnummer A3 was de eerste client auto en werd verkocht aan Ken Downing die hier in 1952 diverse races mee reed. Aan het einde van het seizoen werd de auto gekocht door Rob Walker die haar zeer succesvol liet racen door Tony Rolt en peter Collins. 

De A3 is de meest succesvolle van alle A-type Connaughts. Uit de 24 races won ze er 16, 7 tweede plaatsen en 1 derde plaats werden behaald. In 1954 en 1955 werd er nog actief mee gereden hierna leende de familie Walker haar uit aan diverse musea. 

De huidige eigenaar kocht de auto van Rob Walker’s weduwe. De auto is nog volkomen origineel en reed onlangs nog diverse Historische GP’s van Monaco, Zandvoort.

1952 Gordini T16
Deze Gordini werd in 1952 ontwikkelt als een 2-liter Formule 2 racewagen. In 1954 werd hij echter aangepast aan het Formule 1 reglement en omgebouwd tot een 2.5-liter Formule 1 wagen. 

Tijdens de Grand Prix van Zwitserland maakte de T6 in 1952 zijn debuut. In 1953 kampte het relatief kleine team met financiële problemen. In het nieuwe seizoen moest de T16 de concurrentie aangaan met de Ferrari’s 500. Ondanks dat het seizoen beter verliep dan het desastreuze voorgaande seizoen verdiend de T16 toch het respect onder de Franse race-auto fabrikanten van vroegere Formule 1 auto;s.

1953 Cooper – Bristol Mk II T23
Deze Cooper is de opvolger van de T20 en is zoals veel Coopers aangedreven door Bristol motoren en nog steeds uitgerust met de motor voorin. Deze Cooper werd bestuurd door Alan Brown in de F1/F2 van 1953-1954.

Ook Stirling Moss reed in het verleden voor Cooper – Bristol en behaalde enkele overwinningen . Alan Brown reed de Buenos Aires Libre Grand Prix helaas niet uit.

1956 Maserati 250F
De hier getoonde Maserati 250F werd in 1956 door Stirling Moss bestuurd en bracht hem tot vicekampioen van de Formule 1 met onder meer een zege in Monaco. De auto is nu ruim een halve eeuw later nog volledig origineel.

Een 2.5-liter zescilinder met dubbele ontsteking, die 270 pk genereerde, zorgt voor een topsnelheid van 290 km/u. De huidige eigenaar heeft de afgelopen jaren deelgenomen aan diverse Historische Grands Prix. 

{gallery}galleries/Shows/2015-Interclassics-Topmobiel-Maastricht/Formula1-classics/Large/{/gallery}

Opvolger Bugatti Veyron wordt te snel

De opvolger van de iconische Bugatti Veyron wordt snel, nog sneller dan de Veyron zelf en volgens medewerkers van Bugatti wordt hij te snel. Te snel om ooit in de praktijk zijn topsnelheid te kunnen behalen. 

Dat is althans wat er bekend is gemaakt tegenover het Britse Autocar. Volgens computersimulaties zal het nieuwe Bugatti model, dat in 2016 verkocht zou gaan worden, een topsnelheid van 460 km/u moeten kunnen behalen. 

De topsnelheid van ruim 430 km/u was al lastig om te bewijzen omdat het merk tegen de limitaties van de banden aan liep. Om de gebruikte banden nog verder te moeten pushen naar 460 km/u wordt een nog grotere opgave. Als de banden niet worden doorontwikkeld kunnen de banden voor het behalen van deze grote topsnelheid al uit elkaar vallen. 

De opvolger van de Veyron zal een doorontwikkeling zijn en zal op een zelfde wijze gebouwd worden rondom een carbon monocoque met plaats voor twee personen die zich in een zee van luxe bevinden. Achter de twee zitplaatsen zal een doorontwikkeling van de huidige W16 geplaatst worden. Waar men in 2005 nog 1.001 pk uit dit blok geperst kregen verwacht men in 2016 eerder in de buurt van 1.500 pk te komen. 

Net als veel nieuwe hypercars zal de nieuwe Bugatti ook een hybride aandrijflijn krijgen. Al dit vermogen zal net als bij de Veyron op alle vier de wielen losgelaten worden via een automaat met zeven versnellingen. 

De gelimiteerde productie van de Bugatti Veyron komt bijna ten einde, er zijn nog maar 15 Veyron’s nieuw te kopen. Ook de opvolger van de Bugatti Veyron zal in een gelimiteerd aantal te koop zijn. Naar verwachting zal dit ook rond de 450 stuks zijn. Tijd zal ons leren of ze met de opvolger van de Veyron net zo’n moeite hebben om al deze aantallen te verkopen als met de Veyron zelf. 

Bugatti Veyron GS Vitesse WRC op Nederlands kenteken

Sommige mensen kunnen maar geen genoeg krijgen van de Bugatti Veyron. Zo ook Michel Perridon die deze week zijn derde Veyron op Nederlands kenteken heeft laten zetten. Het betreft ook nog eens de gelimiteerde Grand Sport Vitesse WRC edition.

Na de “normale” Bugatti Veyron en een Grand Sport heeft Perridon al langere tijd deze Grand Sport Vitesse rondrijden op buitenlandse platen. Deze week is ook deze Veyron naar Nederland gekomen om zijn gele platen gemonteerd te krijgen en door JD Customs een beschermende folie aangebracht te krijgen. 

Deze folie zal de auto gaan beschermen tijdens The Bugatti Rally waaraan Perridon in ieder geval zal deelnemen. Dit jaar doen er 15 Veyrons mee aan The Bugatti Rally waaronder dus wellicht één van de acht Grand Sport Vitesse WRC-edition modellen. 

Relatief gezien zijn er in Nederland veel Veyrons verkocht. Initieel zouden er vijf á zes stuks verkocht zijn. Momenteel zouden er nog zes in Nederland aanwezig zijn en zijn er alweer twee verkocht en uit Nederland vertrokken. 

Uitgaande van 6 Veyrons in Nederland hebben 1 op de 2.666.666 inwoners van Nederland een Veyron. Omgerekend naar de USA met ruim 317 miljoen inwoners zouden er aldaar ruim 120 Veyrons moeten rondrijden. De echte aantallen uit Amerika zijn nogal vaag maar in 2012 schijnen het er nog “maar” 45 stuks zijn geweest. 

Relatief gezien doet Nederland dus goed met de Veyrons, uiteraard mede door de verzameltik van Perridon zelf. Naar het schijnt is dit zelfs de eerste Grand Sport Vitesse World Record Car die gebouwd is in de Franse fabriek. Hoe dan ook is dit uiteraard een mooie aanwinst voor de Nederlandse wegen. 

Bijna alle Veyrons zijn verkocht

Het heeft heel wat jaren, en vrijwel evenveel special editions gekost maar het is Bugatti gelukt dan toch eindelijk de 400ste Veyron af te leveren. Hiermee is het bedrijf bijna door de gehele oplage.

Na een jarenlang onderzoekstraject is men in 2005 eindelijk begonnen met de verkoop van de Bugatti Veyron. In acht jaar tijd heeft het Franse merk 400 van de minimaal 1 miljoen euro’s kostende auto weten te verkopen. Dit aantal is onderverdeeld in 300 exemplaren van de 1.001 pk sterke coupé en 1.200 pk sterke Super Sport. De overige 100 zijn de Bugatti Veyron roadster modellen. Nu rest het merk alleen nog om de laatste 50 roadsters te verkopen. Als ze hier net zo snel over doen als de overige 400 zullen deze eind volgend jaar allemaal verkocht zijn.

De 400ste Veyron is de laatste in rij van de Vitesse Jean-Pierre Wimille reeks. Één van de zes Legend modellen. Exclusief belastingen kost dit model al € 2,13 miljoen. De “Les Légendes de Bugatti” special editions zijn allen gebaseerd op de Grand Sport Vitesse. Met 1.200 pk in zijn roadster zal de Arabische eigenaar volop kunnen genieten als zijn Bugatti nummer 400 afgeleverd wordt in het Midden-Oosten.

Derde Bugatti Legend Edition gepresenteerd

In navoling op de Jean-Pierre Wimille en Jean Bugatti edities is er tijdens de Dubai International Motor Show een derde zogenaamde Legend Edition onthuld. Ter eren van Meo Costantini.

Meo Costantini was een goede vriend van Ettore Bugatti, daarnaast was hij ook piloot, coureur en is hij een tijd de sporting manager van Bugatti geweest.

Meo Costantini nam deel aan de Italo- Turkish War in 1911, die zoals de naam het al zegt werd gevochten tussen de Italianen en Turken en werd later bekend in de Eerste Wereld oorlog, omdat hij zich een flying ace mocht noemen (5 a 6 vliegtuigen neerschieten in één gevecht). In 1914 maakte hij een carriëre switch en ging hij autoracen. Hij begon bij de Italiaanse autofabrikant Aquila Italiana, waar hij van 1914 tot 1917 raceten. Vervolgens maakte hij de overstap naar Bugatti waarvoor hij twee keer de beroemde Targa Florio wist te winnen in een Bugatti Type 35. Na zijn racecarriëre werd hij sportin manager bij Bugatti, wat hij bleef doen tot 1935 om tenslotte met pensioen te gaan. Meo Costantini werd maar 52 jaar oud.

Het afgebeelde Veyron Grand Sport Vitesse model is één van de drie Meo Costantini Legend Edition uit de “Les Légendes de Bugatti” serie. Het design van dit model is geïnspireerd op de Bugatti Type 35. Het Targa Florio circuit waarop Meo Costantini twee maal wist te winnen is afgebeeld op de achtervleugel van de Veyron Grand Sport Vitesse en in de bekleding van de deuren is is afgebeeld hoe de motorsport eruit zag in de jaren ’20. Net als de andere Bugatti Legends is ook deze auto op verschillende plaatsen in het interieur en op het exterieur gesigneerd met de verwijzing naar deze speciale serie.

>

De Grand Sport Vitesse “Meo Costantini” maakte gisteren zijn debuut op de Dubai International Motor Show. Daar werdt ook zijn prijskaartje van omgerekend €2,09 miljoen bekend gemaakt, wat helaaas nog zonder belastingen en andere bijkomende kosten is.
{gallery}galleries/merken/Bugatti/Grand-Sport-Vitesse-Meo-Costantini-Legend-Edition{/gallery}

Nieuwe Veyron Legend op komst

De Veyron is een lang leven beschoren. Sinds 2005 is het al mogelijk om de minimaal 1.001 pk sterke supercar te kopen, en Bugatti heeft er nog geen genoeg van.

Op de Facebook pagina van Bugatti heeft het merk een teaser geplaatst. Gezien de omschrijving bij de foto hebben we hier te maken met de tweede van zes Legend modellen.

Onder de naam “Les Légendes de Bugatti” zullen er zes special editions gemaakt worden van de Bugatti Veyron Grand Sport Vitesse. De eerste hiervan werd al onthuld tijdens de Concourse d’Elegance in Pebble Beach. Nummer twee staat op ons te wachten in Frankfurt.

Met deze zes special edition Veyrons wil het merk het huidige Bugatti verbinden met het verleden. De auto’s zullen gelinkt worden aan een persoon uit de geschiedenis van Bugatti die het merk heeft gemaakt tot wat het is vandaag.

Bugatti’s nieuwe recordpoging in beeld

Begin april heeft Bugatti met de Veyron opnieuw een recordpoging gedaan. Dit keer ging het Franse bedrijf voor de titel “World fastest production roadster”. Bugatti heeft ons nu ook het bewijs op video geleverd.

Waar de eerste versie van de Veyron met 1.001 pk de weg op ging beschikt de Veyron Grand Sport Vitesse WRC over een 7.9-liter W16 die 1.200 pk produceert. Hiermee heeft Bugatti het record voor snelste productie roadster op 408.84 km/u gezet.

Verantwoordelijk hiervoor is de Chinese coureur Anthony Liu. Hij zat aan het stuur toen hij het stuur van de Grand Sport Vitesse de Ehra-Lessien testbaan van Volkswagen op draaide. Hierna trapte hij het pedaal tot op de vloer om tot de recordsnelheid te komen. 

{youtube}csuQ0wXN7kU{/youtube}

Techno Classica Essen 2013; Bugatti

Echte, niet merkgebonden klassiekershows kunnen niet zonder Bugatti. Men kent natuurlijk “allemaal” de Veyron als moderne Bugatti, maar de modellen uit haar rijke historie zijn zeker zo noemenswaardig.




Gangloff Bugatti T57C Stelvio Convertible
Vanaf 1934 tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 richten Bugatti zich bijna alleen maar op de productie van het Type 57 model. Deze ‘high-performance sporting tourer’, zoals hij bedoeld was, werd toen der tijd met verschillende koetswerken geleverd. Van de Type 57 en de supercharged T57C zijn 680 exemplaren geproduceerd in die tijd.

Het schitterend model op de foto had een Gangloff Convertible koetswerk. Gangloff is een Zwitserse/Franse carrosserie bouwer, gevestigd in Bern, Zwitserland, sinds 1928.

Ze hebben carrosserieën gemaakt voor Martini, Rolls-Royce, Delage, Ansaldo, Hispano-Suiza, Isotta-Fraschini, Mercedes-Benz, Bugatti, Minerva en diverse anderen,  ook Amerikaanse, merken.

T57C’s hadden een 3,3-liter acht-in-lijnmotor die 160 pk (119 kW) produceerde dankzij een Roots-type supercharger.

Sinds 1996 is dit model, met chassisnummer #57749, in Nederlandse handen.


{gallery}galleries/Shows/2013-Techno-Classica/Bugatti/Gangloff-T57C{/gallery}
Meer foto’s van deze auto zijn HIER te vinden.

Type 57 Ventoux Coupé
Van de ongeveer 680 gebouwde Type 57’s zijn er 150 van de “Ventoux” carrosserie voorzien.
Deze carrosserie was in huis ontworpen door Jean Bugatti. Het design leek veel op dat van de Type 50, met zijn koplampen aan de voorspatborden bevestigd, schuin geplaatste voorruit, bolle daklijn en reservewiel achterop de auto gemonteerd.

De grote verschillen tussen de Type 50 en deze Ventoux zijn de dichtere en bredere spatborden, nieuwe modernere knipperlichten en eenvoudiger dashboard met minder knoppen en twee losse tellers. Helaas is het exemplaar wat hier te zien is nog niet gerestaureerd, want dan zou hij (vooral het interieur) er veel beter uit zien.

Deze “normale” Type 57 heeft eveneens een 3,3-liter acht-in-lijnmotor, maar zonder supercharger, waardoor het vermogen op 135 pk uit kwam. Deze auto had een topsnelheid van 160 km/h en voltrok de sprint van 0-100 km/h in 13 seconden.

De tentoongestelde auto werd gebouwd in 1937 en draagt chassisnummer # 57540 en komt uit de beroemde Mullin Automotive Museum collection (Oxnard, Californië)
{gallery}galleries/Shows/2013-Techno-Classica/Bugatti/Type-57-Ventoux{/gallery}

Type 57 C
Het tweede model dat Bugatti bij had uit de Mullin Automotive Museum collection was deze 57 C met chassisnummer # 57835 uit 1939.

Deze auto in originele staat was tot voor kort nog in bezit van de familie van de eerste eigenaar. Er staat slechts 12.000 km op de teller. Uniek voor dit model is het koetswerk van de Parijse carrossier Vanvooren. Dit lijkt sterk op het elegante Atalante-koetswerk dat van fabriekswege werd geleverd, maar Vanvooren maakte er op basis van de klantenwens ‘haute couture-maatwerk’ van. Vanvooren bouwde slechts één exemplaar en dat maakt deze 57 C Coupé des te specialer.

Deze Type 57 C heeft net als de ‘Gangloff Bugatti T57C Stelvio Convertible’ het 3,3-liter acht-in-lijnmotor supercharged blok voorin liggen.

{gallery}galleries/Shows/2013-Techno-Classica/Bugatti/Type-57C{/gallery}

Veyron 16.4 Grand Sport Vitesse
Ook aanwezig op de Bugatti-stand in Essen: de snelste roadster ter wereld, de Veyron 16.4 Grand Sport Vitesse. Dit model kwam in het voorjaar van 2012 op de markt. De prestaties zijn van uitzonderlijk hoog niveau.  Hij beschikt namelijk over een 1.200 pk sterke 8,0-liter W16-krachtbron. De sprint van 0-100 km/h duurt slechts 2,6 seconden en de topsnelheid bedraagt 410 km/h. Daarmee is de Vitesse de snelste roadster ter wereld. Ook dit model had Bugatti zelf mee genomen en was een echte eyecatcher waar de mensen niet bij weg te slaan waren, zelfs niet voor de foto.
{gallery}galleries/Shows/2013-Techno-Classica/Bugatti/Veyron-Grand-Sport-Vitesse{/gallery}

Type 15
Deze prachtige auto werd 100 jaar geleden gebouwd en verscheept naar New York in november 1913. De auto werd in 1996 ingevoerd in Duitsland. Waarna een uitgebreide restauratie van zes jaar volgden. Veel van de originele mechanische onderdelen zijn bewaard gebleven.

Sindsdien heeft de auto zijn betrouwbaarheid etc. bewezen in onder andere een lange rit door de alpen.

Deze Type 15 met chassisnummer #589 ontworpen door oprichter Ettore Bugatti (volledige naam Ettore Arco Isidoro Bugatti) en was een variant op de Type 13. Het verschil met de Type 13 is de langere wielbasis (2400 mm lang), zijn opvallende zeszijdige radiator en semi-elliptische bladveren achteraan. Hij heeft een 1368 cc viercilinder voorin liggen, waarmee hij een topsnelheid van

95 km/h haalde.

{gallery}galleries/Shows/2013-Techno-Classica/Bugatti/Type-15{/gallery}

Bron: T57C